Je hebt een vogel gevonden, wat nu? Dit is een vraag die bij vele mensen door het hoofd schiet, misschien ook wel bij jou! Daarom delen wij graag deze informatie met jullie over wat je wel en juist niet moet doen.
Belangrijk in ieder geval is om te voorkomen dat er onnodig wordt ingegrepen. Niet in alle gevallen hoef je de vogel te helpen. Lees daarom zorgvuldig de volgende informatie door, zodat je weet:
1. Wanneer je de vogel moet helpen
2. Wanneer je beter niet kan helpen
3. Hoe je een vogel kunt helpen
1. Wanneer moet je een vogel helpen?
Potentiële kandidaten voor de dierenopvang zijn o.a.:
-Een nest met jonge vogels, dat op de grond is gevallen. Bijvoorbeeld na een zware storm.
-Achtergebleven pulletjes wanneer de moeder eend dood is.
-Vogels die duidelijk gewond zijn.
-Vogels die door een kat gebeten zijn. Kattenbeten geven altijd infecties.
-Vogels die tegen een raam gevlogen zijn, versuft zijn en na enkele uren nog niet hersteld zijn. Leg raamslachtoffers in een donker doosje, uit de zon en op een rustige plaats.
-Vogels met vliegen op of om hen heen.
In bovenstaande gevallen geldt altijd: niets geven, ook geen water!
2. Wanneer kan je beter niet helpen?
In de volgende gevallen hoeven de vogels meestal niet naar een dierenopvang:
Jonge vogels met veren: jonge vogels verlaten het nest als ze nog niet vliegvaardig zijn. Omdat ze de vliegkunst niet goed beheersen, verstoppen ze zich op de grond. De ouders blijven ze in die periode voeren. Mocht je jonge bevederde merels op een open plek vinden, dan kan je hen het beste naar een beschutte plek in de buurt brengen. De ouders vinden hen terug.
Jonge uiltjes: Ook jonge uiltjes verlaten het nest voordat ze goed en wel kunnen vliegen. Ze zitten in de omgeving van het nest of broedhol op de takken en worden om die reden takkelingen genoemd. Af en toe valt een uilskuiken tijdens zo’n uitstapje een takje te veel naar beneden. Indien ze op de grond belanden, klauteren ze vrolijk weer naar boven of blijven tijdelijk op hun aardse plek zitten. De ouderdieren weten hen feilloos te vinden, doordat de takkelingen met hun geroep bedelen om eten. Dit voeren gebeurt bij uilen natuurlijk ‘s nachts. Jonge uilen op de grond zijn geen vondelingen. Uilen eieren komen niet tegelijk uit en het kan voorkomen dat de oudste kuikens zijn uitgevlogen maar het jongste kuiken nog in dons in het nest is achter gebleven en wordt vergeten door de ouders die het druk hebben met het verzorgen van de uitgevlogen jongen. Het dons jong, zo groot als een tennisbal, krijgt honger en klautert uit het nest en kukelt hongerig naar beneden. De periode dat je uiltjes op de grond kunt vinden verschilt per uilsoort. Bosuiltjes worden vaak in maart gevonden. Zij zijn er dan ook vroeg bij. Overige uilen zoals een kerk- of ransuil worden over het algemeen gevonden in juni, juli en augustus.
Eénoudergezinnen: er zijn vogelfamilies, waarbij één van de ouders is verdwenen. Bijvoorbeeld bij mezen is de overgebleven ouder bijna altijd in staat al het benodigde voer voor de jongen aan te slepen. De jongen hebben bij hem of haar dan ook zeker meer kans op overleven dan wanneer je ingrijpt. Je kunt ze een beetje helpen door levende meelwormen in de omgeving van het nest aan te bieden.
3. Hoe kan je een vogel helpen?
Maak een niet te grote doos klaar voor gebruik. Op de bodem leg je wat kranten of oude lappen. Maak enkele luchtgaten in het deksel voor ventilatie.
Pak het dier eventueel met een doek op. Wees voorzichtig met vogels zoals reigers, meerkoeten, meeuwen (snavels), roofvogels en uilen (klauwen), zij hebben scherpe snavels en/of klauwen. Soms zijn ze, ook wanneer ze ziek zijn, razendsnel.
Zet de doos op een rustige en niet te warme of te koude plaats. Plaats de doos bij voorkeur buiten in de schaduw (mits het niet vriest). Rust is belangrijk, veel vogels ondervinden stress van de aandacht van mensen, ze raken dan in shock en kunnen sterven!
Noteer de vindplaats. Zo kunnen de dieren indien nodig teruggeplaatst worden. Met name bij uilen is dit erg belangrijk.
Geef het dier géén eten of drinken. Brood is zelfs schadelijk voor vogels. Voor jonge vogels is brood zelfs dodelijk, zij kunnen dit voedsel niet verteren. Melk is voor alle vogels dodelijk. Zij krijgen er darmontstekingen en diarree van. Druppel ook geen water in of langs de snavel, veel vogels verslikken zich gemakkelijk en kunnen daardoor een dodelijke longontsteking oplopen.
Breng de vogel zo snel mogelijk naar de dieren/vogelopvang of een ander erkend vogelasiel of laat dit doen via de dierenambulance. Dit is vooral voor jonge dieren belangrijk.
Helpen van broedende vogels
Heb je een broedende vogel op het balkon of in je boot, laat deze dan rustig broeden en wacht tot de jongen uitgekomen zijn en vertrokken zijn. Haal vervolgens het nest weg, maak je balkon/boot schoon en zorg dat een vogel nergens meer een nest in kan bouwen (in bijvoorbeeld een nisje, achter een deur of andere spullen op het balkon/in je boot).
Alle wilde vogels en zoogdieren vallen onder de Wet Natuur Bescherming en zijn dus beschermde diersoorten en mogen niet worden verstoord!
Heb jij een jonge vogel gevonden? Volg dan onderstaand schema.
Bron: Faunavisie / Vogelklas Karel Schot